Wie zijn wij? en... een achtergrondartikel

Het bestuur van de stichting Madocke bestaat uit zes vrijwilligers die geen vergoeding krijgen voor hun werkzaamheden voor de stichting.

Het bestuur bestaat uit:

Albert Stallaart uit Hulst, voorzitter

Trees Mangnus uit Heikant, penningmeester

Marco van Dorst uit Lamswaarde, secretaris

Annemiek Stallaart uit Kloosterzande, bestuurslid

Chiara Middelhuis, uit Heikant, bestuurslid

Achtergrondinformatie

Ivan Bernage met een achtergrondartikel over Madocke:

"Een tekst waarmee geknoeid is"

Willam die Madocke makede
Daer hi dicke omme wakede

Zo begint het Reynaertverhaal in het Dyckse handschrift (hs. F). Willem had Madocke gemaakt en lag daar 's nachts dikwijls van wakker. In het Comburgse handschrift (hs. A) staat niet Madocke, maar vele bouke, 'veel boeken'. Nochtans is aan het perkament duidelijk te merken dat er ooit iets anders stond. Iemand heeft de oorspronkelijke tekst weggekrabd en vervangen door vele bouke. Het staat er in een gedrongen schrift - de nieuwe tekst is blijkbaar langer dan de oorspronkelijke - en het is geschreven door een andere hand. In het Brusselse handschrift (hs. B) lezen wij opnieuw Madock. Het lijkt bijgevolg heel waarschijnlijk dat ook in het Comburgse handschrift oorspronkelijk Madock, Madocke of iets dergelijks stond. Spelling was destijds niet belangrijk.

Madocke: een uitdaging voor vossenjagers

Al van bij de eerste verzen stelt het Reynaertverhaal vossenjagers voor raadsels en daagt het hen uit tot een speurtocht, een 'queeste' zoals de ridders die plachten te ondernemen. Doel van de speurtocht: ontdekken wie Willem was en wat hij bedoelde met Madocke.

Wie Willem was, is een apart verhaal. Wat Madockebetreft, gaan de meeste commentatoren ervan uit dat het een vroeger literair werk was van Willem. Het had hem veel inspanning en hoofdbrekens gekost en hij lag er 's nachts van wakker. Van dit werk is nochtans geen enkel exemplaar teruggevonden. Als het ooit al geschreven werd, zijn de autograaf en alle kopieën blijkbaar verloren gegaan. Er zijn wel een paar verwijzingen naar Madocke in andere werken; de bekendste in de Rijmbijbel van Jacob van Maerlant: Dit nes niet Madocs droom / no Reynaerds no Arturs boerden (vers 34.846). Nochtans wijst hierbij niets op een verband met Willem.

Meent Willem ernstig wat hij schrijft? Of is het een schimpscheut aan het adres van auteurs die pronken met vroeger werk? Een knipoog naar zijn publiek? Een literaire gemeenplaats (topos)? Wij zullen er wel nooit uitkomen. De lijst met studies en gissingen is reeds zeer omvangrijk (wij verwijzen hier o.a. naar L. Peeters, Madoc en de Reinaertprologen. Recente literatuur - Nieuwe perspectieven, in: Spektator, 2 (1973), p. 185-195, waar verdere literatuur is te vinden). Niets belet ons nochtans een eigen verklaring te bedenken voor wat Willem bedoelt met Madocke en waarom hij er slapeloze nachten aan overhield.

Waarom Madocke wegkrabben?

Madocke roept nog een andere vaag op. Waarom heeft iemand het nodig gevonden de naam weg te halen en te vervangen door het vage vele bouke? Het klassieke antwoord is dat Madocke algemeen bekend was toen het Reynaertverhaal geschreven werd, maar dat later niemand van de lezers of de toehoorders nog wist naar wie of wat er verwezen werd. Iemand zou er dan maar vele bouke overheen geschreven hebben. Dit is niet onmogelijk, maar zou iemand om zulke banale reden een ingreep doen die toch wat moeite moet gekost hebben? En waarom werden andere verwijzingen, die ongetwijfeld even tijdsgebonden waren, dan ongemoeid gelaten? Deken Hermanne en meester Jufroet staan er nog! Ligt het niet meer voor de hand te veronderstellen dat iemand heel speciaal Madockes naam heeft willen wegmoffelen? En zo ja, welke bedoeling kan hij hiermee gehad hebben?

Wij willen een antwoord naar voren schuiven. Het berust op zuivere speculatie en er is geen enkel bewijs voor, maar het klinkt wel aanvaardbaar.

Stel dat de Madocke waarover Willem het heeft, geen literair werk, maar een mens van vlees en bloed was, met een naam die al of niet toevallig ook de titel van een verhaal of van een bekend literair personage was. Als wij hiervan uitgaan kan Willem, waar hij zegt dat hij Madocke makede, alleen maar bedoelen dat hij Madocke verwekte. Ook in onze tijd hoort men nog 'maken' in die zin gebruiken en het Middelnederlandsch woordenboek vermeldt de betekenis 'verwekken' onder het lemma 'maken'.

Dan komen wij bij de volgende vraag: waarom moest de naam Madocke weg? Ligt het niet voor de hand dat het de bedoeling was iets toe te dekken om een reputatie te beschermen? Wiens reputatie kon hier dan wel in de gedrang komen? Uiteraard die van degene die de tekst gecensureerd heeft, de censor en hoogstwaarschijnlijk tevens de eigenaar van het handschrift. Hij kan een nakomeling geweest zijn van Madocke, en dus ook van Willem, en zelfs de naam Madocke gedragen hebben. In dat geval zijn er alvast twee goede redenen te bedenken waarom hij, door een doelbewuste ingreep in de tekst, niet met zijn voorouders in verband wou gebracht worden.

1.

Nogal wat vossenjagers gaan ervan uit dat Willem een monnik of op zijn minst een lekenbroeder was. Als die nu een kind verwekt had en daarmee niet alleen zijn gelofte van kuisheid had verbroken maar bovendien ook moest instaan voor de opvoeding en het levensonderhoud van Madocke, hebben wij meteen de verklaring van zijn kopzorgen. Misschien dacht hij zelfs aan wat de theoloog Abélard overkomen was nadat hij bij Héloïse een kind had verwekt - hoewel de vergelijking niet echt opgaat.

2.

Mogelijk was er niets mis met Willem, maar was het zijn zoon Madocke die zich misdroeg, in de kerker belandde of in de ban van de kerk was geslagen, misschien wel door deken Hermanne zelf. Ook dit kan Willem uit zijn slaap hebben gehouden.

Beide verklaringen voor Willems kopzorgen zijn reden genoeg voor de censor om ervoor te zorgen dat hij niet als nakomeling van Madocke of Willem kon nagewezen worden.

De naam Madocke

Volgens de overlevering zou een Welshe prins, genaamd Madoc, in 1170 Amerika ontdekt hebben. Een kolonie Welshmen zou zich daarop in de Nieuwe Wereld zijn gaan vestigen. Hubert Lampo heeft dit verhaal en de historische bronnen bestudeerd en er een boek aan gewijd, de Kroniek van Madoc.

Het verhaal van deze ontdekking was in de Middeleeuwen mogelijkerwijs algemeen bekend, waardoor de naam Madoc, Madocke, ook als doopnaam voorkwam en ook familienaam kon worden (ook een voornaam valt niet uit te sluiten). Als Willem een zoon Madocke had, kon hij in zijn Reynaertverhaal een subtiele dubbelzinnigheid kwijt: schrijven dat hij Madocke 'maakte' en 'tongue in cheek' de lezer laten raden wat hij daar nu precies mee bedoelde, zijn zoon of het verhaal. Hiermee kon hij al van in het eerste vers de dubbelzinnige toon zetten die hij zo meesterlijk in het hele verhaal zou doen doorklinken.

U

Op zoek naar de censor

Willem zou, volgens de meest recente stand van het onderzoek, zijn verhaal geschreven hebben tussen 1230 en 1260. Het oorspronkelijke handschrift, de autograaf, werd nooit ontdekt. Het Comburgse handschrift, waarin de naam Madocke verdonkermaand werd, werd geschreven circa 1410. Tussen het ogenblik waarop Willem zijn compromitterende woorden neerschreef en dat waarop de censor Madockeverving door vele bouke, ligt dus minstens 150 jaar. Een lange tijd. Wiens reputatie moest toen nog beschermd worden? Wist nog iemand wie Willem of Madocke ooit waren? Willem was misschien nog bekend want zijn Reynaertverhaal werd nog gekopieerd en dus ook wel nog voorgedragen. Het publiek kon ook vaag weet hebben van de aard van zijn kopzorgen. Madocke zou echter lang vergeten zijn, tenzij hij de stamvader was geworden van een geslacht dat zijn naam droeg en enige bekendheid genoot. Zijn nazaat die de tekst wijzigde of daartoe de opdracht gaf, moet in elk geval welstellend zijn geweest, een 'heer van stand'. De gewone man was ongeletterd en bezat geen handschriften, die waren veel te duur. In de hogere standen is een reputatie zeker de moeite waard om er een bescheiden maar goed gemikte wijziging in een tekst voor aan te brengen. In dit geval werd hiermee voorgoed de band doorgeknipt die Madockes nazaat met Willems tribulaties in verband kon brengen.

Meer dan ijdele speculatie?

Bovenstaand verhaal berust alleen op speculatie. Zo zou het kunnen gegaan zijn maar er is geen bewijs voor. Het zou nochtans mooi zijn als wij ergens een spoor van een geslacht Madocke zouden aantreffen. Heeft er ooit een geslacht met die naam bestaan? Komt de naam nog voor in Vlaanderen?

Speuren in de middeleeuwse teksten op de cd-rom Middelnederlands levert, zoals te verwachten was, niets op. Misschien zou een speurtocht door de middeleeuwse archieven meer succes hebben.

Zoeken moet tegenwoordig natuurlijk ook op het Internet, waar een schat aan genealogische informatie te vinden is. Verschillende spellingvarianten van Madocke (Maddockx en andere) blijken veelvuldig voor te komen in Groot-Brittannië en in Noord-Amerika. Maar ook in België treffen wij in de streek van Brugge vijf personen aan met de familienaam Madoc! Georges van Dooren vond in het gemeentearchief van Stekene naar aanleiding van een telling van Napoleon in 1796 ene 'Caterine Madock'.

Zou het toch kunnen waar zijn? Voer voor genealogen!